Sneakpeek Lingerie en Motorleer #4

Het zand is mul.
Het stof dat de rijders voor me opwerpen, slaat op mijn gezicht, op mijn tong, mijn longen, mijn vizier. In Nederland veeg ik regendruppels van mijn vizier om wat te kunnen zien, hier in de jungle zandkorrels. De luchtvochtigheid, de hitte, de moeilijkheidsgraad, de urenlange concentratie. Ik heb het nog niet eerder zo zwaar gehad. Ik weet niet wat heter aanvoelt, rijden met mijn vizier open of dicht.
Uiteindelijk kom ik bij een T-splitsing waar een paar huisjes staan.
Ik herken een paar van onze motoren. Eindelijk! Pauze!
Ik zet mijn motor neer en doe mijn helm af. Hij is bruin van het zand.
Bart komt naar me toe om zijn motor te inspecteren. Het stuurkuipje met de koplamp en het racenummer is afgebroken. Ik heb het meegedragen in mijn open jas.
“Hoe vaak ben je onderuitgegaan?” vraagt hij.
Ik begin hardop op mijn vingers te tellen en hij zegt: “O, hou alsjeblieft op! Ik wil het niet weten!” Hij staat me hoofdschuddend te bekijken. Ik zit van top tot teen onder het bruine zand.
“Mariëlle, ik moet je één ding nageven. Je bent wel een bikkel. Ik weet alleen niet of mijn motor jou overleeft.”
Als ik lach voel ik het zand op mijn wangen scheuren.
Onder een rieten afdak staan een paar banken en tafels. Er zitten wat Boliviaanse families met hun kinderen. Ik denk dat ze hier wonen.
We krijgen allemaal een glas lauwe cola. Iets anders is er niet. De kleintjes komen nieuwsgierig naar ons toe. We moeten er in hun ogen als aliens uitzien in onze stoffige motorpakken met plastic stukken.
Wilhelm heeft eraan gedacht om plastic opblaasballen mee te nemen uit Nederland. Als Diego is gearriveerd, sloft hij naar de pick-up en haalt er eentje uit zijn tas. Eenmaal opgeblazen blijkt de bal een wereldbol te zijn.
Met een pen omcirkelt hij Nederland.
“Hoe zeg je: ‘wij wonen hier’?” vraagt hij aan Bart.
“Vivimos acá.” Hij wijst het absurd kleine rondje aan dat Nederland voorstelt. België heeft de omcirkeling niet overleefd.
“Y acá es Bolivia.”
De kindjes zijn niet zo geïnteresseerd in de aardrijkskundeles. Ze willen liever met de bal overgooien en spelen.
En dat mag natuurlijk ook.
Wanneer de bal een kwartiertje later vergeten op de grond ligt, zie ik een van de mannen de bal oppakken. Hij kijkt naar Bolivia en draait de bal, op zoek naar het rondje waar die blanke, stoffige mensen vandaan komen. Hij draait hem nog eens terug. Het is ook echt wel een eind. Zelfs op een plastic opblaasbal. Misschien denkt hij wel dat we het hele eind zijn komen rijden. Zo zien we er wel uit. Als hij ziet dat ik hem bekijk, gooit hij de bal terug op de grond en lacht.
Ik vraag me af of hij ooit naar school heeft kunnen gaan.